"Maak er wat van" - Terugblik op 15 jaar hoofdopleiderschap van Prof. Dr. Anneloes van Baar

Interview met Prof. Dr. Anneloes van Baar

19 juni 2025
 

Prof. Dr. Anneloes van Baar

Na vijftien jaar neemt Prof. Dr. Anneloes van Baar afscheid van haar rol als hoofdopleider van de GZ-opleiding Kind en Jeugd. Een periode waarin ze zich met hart en ziel inzette voor de verbinding tussen wetenschap, praktijk en onderwijs – gedreven door de ambitie om de kwaliteit van zorg te verbeteren. Een terugblik op haar carrière, drijfveren en de lessen die ze anderen wil meegeven.

Twijfel én toewijding 
Toen ze werd gevraagd als hoofdopleider, twijfelde ze. “Ik was al hoogleraar in Utrecht, dan is zo’n extra taak geen kleine bijzaak.” Toch zei ze ‘ja’. “Omdat ik geloof in wat deze opleiding kan betekenen. Het is een plek waar wetenschap en praktijk samenkomen. En ik wilde helpen om die brug verder te bouwen.” 

Ze begon op 1 januari 2010. “Mijn eerste taak was als hoofdopleider aanwezig zijn bij een visitatie bij Altrecht. Ik vond het direct indrukwekkend hoe breed en complex de opleiding in elkaar zit en hoeveel verschillende mensen er bij het opleiden betrokken zijn: werkbegeleiders, praktijkopleiders, supervisoren, docenten, hoofddocenten, jaargroepopleiders, medewerkers van de RINO Groep, en natuurlijk de hoofdopleider. Zoveel mensen die samenwerken om een opleideling goed op te leiden. Die complexiteit is misschien wel het kenmerk van deze opleiding.

Wetenschap en praktijk 
De rode draad in haar loopbaan is helder: de brug slaan tussen onderzoek en praktijk. “Ik ben altijd gefascineerd geweest door de ontwikkeling van mensen, en met name kinderen,” vertelt Anneloes. “En vooral door de vraag: hoe worden we wie we zijn? En hoe kun je kinderen zo goed mogelijk tot bloei brengen” 

Haar promotieonderzoek – een studie naar kinderen van drugsverslaafde moeders en kinderen die te vroeg geboren waren – vormde de basis voor haar wetenschappelijke verdieping. De lessen uit dit onderzoek zijn haar altijd bijgebleven: hoe belangrijk de eerste duizend (of nog beter, tweeduizend) dagen zijn in een mensenleven. En hoeveel invloed – naast liefde en zorg – betrokkenheid, sensitiviteit en afstemming van ouders hebben op de ontwikkeling van jonge kinderen. 

“Soms dachten opleidelingen: dit wordt een stoffige les, maar dan zei er één: ‘Het viel eigenlijk mee.’ Dan dacht ik: missie geslaagd.”

Prof. Dr. Anneloes van Baar

Zelf werd ze later ook oma. “Dat bracht een andere dimensie. Dan kijk je soms even als professional, maar al snel weer gewoon als oma. En dat is maar goed ook.” 

Anneloes gaf zelf ook les in de opleiding over wetenschap en praktijk. “Soms dachten opleidelingen: dit wordt een stoffige les, maar dan zei er één: ‘Het viel eigenlijk mee.’ Dan dacht ik: missie geslaagd.” 

Geïnspireerd door grootmeesters 
Op de vraag naar haar inspiratiebronnen noemt Anneloes meerdere grootmeesters die ze zelf ook heeft ontmoet. Bijvoorbeeld Urie Bronfenbrenner, met zijn systeemmodel over welke factoren in de ontwikkeling van kinderen van belang zijn. 

Ook kinderarts Berry Brazelton maakte indruk. “Zijn schaal om het gedrag van pasgeborenen te observeren heb ik vaak gebruikt. Hij liet zien dat baby’s al signalen geven, en dat ouders die kunnen leren herkennen.” Een latere ontmoeting met hem was onvergetelijk: “Hij zei: ‘Wonderful to meet you.’ Maar ik dacht alleen maar: ‘Wonderful to meet yóu’.” 

Tot slot noemt ze Michael Rutter en Robert Plomin, pioniers in het denken over erfelijkheid, omgeving en gedrag. “Dat zijn zulke kanonnen geweest in het vakgebied van de ontwikkelingspsychologie.” 

De kracht van het team 
Opvallend is hoe vaak Anneloes tijdens het gesprek het belang van het team benadrukt. “Het is zo’n complexe opleiding, met zoveel betrokkenen. Als hoofdopleider sta je eigenlijk op afstand, maar juist daarom is het essentieel dat je kunt bouwen op mensen om je heen. Ik ben begonnen in een goed team, en dat is altijd zo gebleven. Het is echt een teameffort.” 

Die bescheidenheid komt vaker naar voren – zonder haar rol te bagatelliseren. “Natuurlijk heb ik keuzes gemaakt en knopen doorgehakt. Maar je bereikt alleen iets als je samenwerkt.” 

Ook bij landelijke gremia – bijvoorbeeld als voorzitter van het HCO GZ – en bij visitaties speelde ze een rol. “Visitaties vond ik altijd ontzettend interessant. Een kijkje in de keuken van andere instellingen, samen kijken wat goed gaat en wat beter kan.” 

De boodschap aan opleidelingen: blijf jezelf ontwikkelen 
Wat wil ze toekomstige GZ-psychologen meegeven? “Maak er iets van,” zegt ze resoluut. “Zie de opleiding niet als een formaliteit om je ‘papiertje’ te halen, maar als een unieke kans om je vak echt goed te leren. Blijf jezelf ontwikkelen – ook na je registratie. Dit vak is nooit af.” 

“En als je druk bent, zorg dan dat je druk bent met leuke dingen. Dan houd je het goed vol.” 

Wat ze gaat missen – en anderen toewenst 
Op de vraag wat ze zal missen, is Anneloes helder: “Het gevoel dat je ergens écht aan bijdraagt. Dat je bouwt aan iets belangrijks. Maar ik zal niet de lange vergaderingen en avondvoorbereidingen missen,” zegt ze lachend. 

Maar – en dat komt steeds terug – ze heeft de rol van hoofdopleider met veel plezier vervuld. “En ik hoop dat anderen, met dezelfde mate van plezier, de GZ- opleiding verder kunnen brengen.”